Algemene voorwaarden
De in deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten van en met Com.pas, gevestigd te Ede, Frankeneng 114X, nader te noemen opdrachtnemer.
Administratieve Dienstverlening
Artikel 1:
1.1 Deze algemene voorwaarden gelden voor alle door opdrachtnemer gestoten overeenkomsten tot het verrichten van enige diensten behoudens tussen partijen overeen te komen wijzigingen, welke door opdrachtnemer schriftelijk dienen te zijn gevestigd.
1.2 Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen, gelden algemene voorwaarden van opdrachtgevers voor de aan opdrachtnemer verstrekte opdrachten slechts voorzover deze niet in strijd zijn met de onderhavige algemene voorwaarden. In geval van twijfel omtrent de vraag of zodanige strijdigheid bestaat, prevaleren de algemene voorwaarden van opdrachtnemer.
1.3 De opdrachtgever, met wie eenmaal onder vigeur van de onderhavige voorwaarden werd gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid van deze voorwaarden op later met opdrachtnemer gesloten overeenkomsten akkoord te zijn gegaan.
1.4 Wijzigingen die door opdrachtnemer in de algemene voorwaarden worden aangebracht gelden jegens opdrachtgever vanaf één maand na de datum waarop de gewijzigde algemene voorwaarden aan de opdrachtgever schriftelijk zijn medegedeeld - tenzij de opdrachtgever, opdrachtnemer binnen veertien dagen na ontvangst van de mededeling schriftelijk in kennis stelt van het feit dat hij tegen de wijziging van de algemene voorwaarden bezwaar maakt.
Artikel 2:
2.1 Alle offertes en aanbiedingen van opdrachtnemer zijn geheel vrijblijvend.
2.2 Opdrachten en wijzigingen in opdrachten kunnen zowel mondeling als schriftelijk door opdrachtgever worden verstrekt.
2.3 Opdrachten en wijzigingen daarin zijn voor opdrachtnemer pas bindend, indien zij schriftelijk door hem zijn aanvaard.
Artikel 3;
3.1 Iedere partij zal alle redelijkerwijs te nemen voorzorgsmaatregelen treffen teneinde de van de andere partij ontvangen informatie van vertrouwelijke aard geheim te houden.
3.2 Opdrachtnemer zal voldoen aan de gedragscode inzake de Wet persoonsregistraties.
3.3 Opdrachtnemer heeft afdoende maatregelen getroffen van organisatorische, fysieke, operationele en systeemtechnische aard om de belangen van opdrachtgever zo goed mogelijk te waarborgen.
3.4 Opdrachtnemer is, behoudens verplichtingen die de wet aan hem oplegt tot openbaarmaking van bepaalde gegevens, verplicht tot geheimhouding tegenover derden, die niet bij de uitvoering van de opdracht zijn betrokken, van alle informatie die hem door de opdrachtgever ter beschikking is gesteld en de door verwerking daarvan verkregen resultaten.
Artikel 4:
4.1 Indien de overeenkomst betrekking heeft op het periodiek of anderszins regelmatig verlenen van computerservice en daarmee samenhangende periodieke diensten wordt de overeenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij een andere periode uitdrukkelijk is overeengekomen.
4.2 Opzegging kan alsdan uitsluitend schriftelijk geschieden tegen het einde van een kalenderjaar met een opzegtermijn van tenminste drie maanden, tenzij andere is overeengekomen.
4.3 De overeenkomst kan, behoudens hetgeen is geregeld in artikelen 4.5, 5.4, 9.1, 12.1 en 12.4 tussentijds uitsluitend worden beëindigd door ontbinding en zulks uitsluitend indien de andere partij, na verloop van een redelijke termijn volgende op een deugdelijke schriftelijke ingebrekestelling, toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van wezenlijke verplichtingen ingevolge de overeenkomst. De ontbinding dient te geschieden per aangetekende brief aan de andere partij; rechterlijke tussen komst is niet vereist.
4.4 Indien opdrachtgever op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de overeenkomst had ontvangen, kan hij de overeenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door opdrachtnemer nog niet is uitgevoerd.
4.5 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.3 kan opdrachtnemer de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst door middel van een schriftelijke kennisgeving geheel of gedeeltelijk beëindigen indien opdrachtgever in staat van faillissement wordt verklaard, indien aan hem - al dan niet voorlopig - surséance van betaling wordt verleend, indien hij anderszins niet in staat is aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen of indien zijn onderneming wordt geliquideerd of beëindigd, andere dan ten behoeve van reconstructie of samenvoeging van ondernemingen. Opdrachtnemer zal wegens deze ontbinding nimmer tot enige schadevergoeding gehouden zijn.
4.6 Bedragen die opdrachtnemer voor de ontbinding heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de overeenkomst heeft verricht of geleverd, blijven onverminderd verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
4.7 Indien de overeenkomst wordt beëindigd tegen het eind van het kalenderjaar met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.2 dan kan de opdrachtgever nog gedurende maximaal de eerste drie maanden in het daaropvolgende kalenderjaar prestaties van opdrachtnemer betrekken voor wat betreft de afsluiting van de administratieve gegevens verwerking betreffende het afgelopen kalenderjaar, tegen betaling van de tarieven daarvan zoals deze van toepassing waren op het tijdstip van beëindiging van de overeenkomst.
Artikel 5:
5.1 Door opdrachtnemer opgegeven prijzen en tarieven zijn exclusief extra (advies-)werkzaamheden die niet als zodanig zijn bedongen, alsmede omzetbelasting en heffingen die van overheidswege worden opgelegd.
5.2 Indien prijsbepalende factoren een verhoging ondergaan, door welke oorzaak dan ook, dan is opdrachtnemer gerechtigd de overeengekomen prijzen en tarieven dienovereenkomstig te wijzigen. Een dergelijke wijziging geeft de opdrachtgever niet het recht de overeenkomst tussentijds te beëindigen.
5.3 Buiten het artikel 5.2 geregelde geval kunnen de tarieven van prestaties, waaronder computerservice, door opdrachtnemer worden gewijzigd bij schriftelijke kennisgeving aan de opdrachtgever. Aldus gewijzigde tarieven zullen gelden vanaf een door opdrachtnemer in voornoemde kennisgeving te vermelden datum, doch in geen geval eerder dan een maand na verzending van de kennisgeving aan de opdrachtgever.
5.4 In geval opdrachtgever binnen veertien dagen bezwaar heeft gemaakt tegen een voorgenomen verhoging ex artikel 5.3 en met opdrachtnemer niet tot overeenstemming komt over wijzigingen van die tarieven, dan heeft opdrachtgever het recht de overeenkomst binnen een maand na voornoemde kennisgeving tegen het einde van het kalenderjaar te beëindigen door middel van een schriftelijke kennisgeving.
5.5 Tenzij de opdrachtgever binnen veertien dagen na ontvangst van kennisgeving van een tariefaanpassing ex artikel
5.6 schriftelijk opdrachtnemer in kennis stelt van het feit dat hij bezwaar maakt tegen de voorgenomen verhoging, wordt hij geacht de gewijzigde tarieven te hebben aanvaard.
Artikel 6:
6.1 Voorzover niet anders overeengekomen, zal de opdrachtgever de facturen van opdrachtnemer zonder korting en/of schuldvergelijking dienen te voldoen binnen veertien dagen na de dagtekening van de factuur in Nederlandse valuta, ten kantore van opdrachtnemer of door middel van storting ten gunste van een door deze aan te wijzen bankrekening.
6.2 Indien de opdrachtgever het bedrag van de factuur zoals door hem verschuldigd, niet binnen de voorgeschreven termijn voldoet, is hij in gebreke en wettig verzuim. Alsdan is opdrachtnemer gerechtigd aan de opdrachtgever een rente in rekening te brengen, welke drie procentpunten méér bedraagt dan de op dat moment geldende wettelijke rente, met een minimumrente van 1 % per maand waarbij een gedeelte van een maand als gehele maand geldt, aanvangende vanaf de vervaldatum tot de dag der algehele voldoening.
6.3 Indien de opdrachtgever met enige door hem aan opdrachtnemer verschuldigde betaling in gebreke is, zijn alle andere vervallen vorderingen, die opdrachtnemer op de opdrachtgever heeft, onmiddellijk opeisbaar zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist. Vanaf de dag van opeisbaarheid is de opdrachtgever over het bedrag van die vorderingen aan opdrachtnemer een rente verschuldigd op de voet van bepaalde in artikel 6.2.
6.4 Door niet-tijdige betaling van de factuur van opdrachtnemer is de opdrachtgever aan opdrachtnemer verschuldigd alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten, welke gesteld worden op ten minste 15% van het factuurbedrag met een minimum van € 50,-.
6.5 Indien de opdrachtgever het bedrag van de factuur betwist, dient hij zijn bezwaren schriftelijk binnen veertien dagen na de dagtekening van de factuur aan opdrachtnemer mede te delen op straffe van verval van het recht van reclame.
6.6 In geval van een gezamenlijk gegeven opdracht zijn opdrachtgevers, voor zover de werkzaamheden ten behoeve van de gezamenlijke opdrachtgevers zijn verricht, hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het bedrag van de factuur.
6.7 Indien de kredietwaardigheid van opdrachtgever daartoe aanleiding geeft, kan opdrachtnemer nadere zekerheid verlangen bij gebreke waarvan zijde uitvoering van de overeenkomst mag opschorten.
Artikel 7:
7.1 Alle aan opdrachtgever geleverde zaken blijven eigendom van opdrachtnemer dan wel diens toeleverancier, totdat alle bedragen, die opdrachtgever verschuldigd is voor de krachtens de desbetreffende overeenkomst en te leveren zaken, verrichte en te verrichten werkzaamheden, alsmede de bedragen bedoeld in art. 6.2, volledig aan opdrachtnemer zijn voldaan. Rechten worden aan opdrachtgever steeds verleend of, in het voorkomend geval, overgedragen onder de voorwaarde dat opdrachtgever de overeengekomen vergoedingen tijdig en volledig betaalt.
7.2 Bestanden met (verwerkings-}gegevens van opdrachtgever die onder het beheer van opdrachtnemer zijn gesteld, blijven onder alle omstandigheden het eigendom van opdrachtgever.
Artikel 8:
8.1 De opdrachtgever dient zijn medewerking te verlenen aan het uitvoeren van de overeenkomst, daartoe zal opdrachtgever opdrachtnemer steeds alle nuttige en noodzakelijke gegevens of inlichtingen verschaffen.
8.2 Indien voor de uitvoering van de overeenkomst noodzakelijke gegevens niet, niet tijdig of niet overeenkomstig de afspraken ter beschikking van opdrachtnemer staan of indien opdrachtgever op andere wijze niet aan zijn verplichtingen voldoet, heeft opdrachtnemer het recht tot opschorting van de uitvoering van de overeenkomst.
Artikel 9:
9.1 Alle door opdrachtnemer genoemde (leverings-)termijnen zijn naar beste weten vastgesteld op grond van de gegevens die bij het aangaan van de overeenkomst aan opdrachtnemer bekend waren en deze zullen zoveel mogelijk in acht genomen worden. Opdrachtnemer is niet gebonden aan (leverings-)termijnen die vanwege omstandigheden, die zich na het aangaan van de overeenkomst hebben voorgedaan, niet meer gehaald kunnen worden. Indien overschrijding van enige termijn dreigt, zullen opdrachtnemer en opdrachtgever zo spoedig mogelijk in overleg treden. Een excessieve overschrijding van termijnen kan worden beschouwd als een grond tot ontbinding van de overeenkomst, 'met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 4 en 10.
Artikel 10:
10.1 Voor alle directe schade van opdrachtgever, op enigerlei wijze verband houdend met de uitvoering van de opdracht door opdrachtnemer is de aansprakelijkheid van opdrachtnemer beperkt tot het bedrag van diens honorarium terzake van de onderhavige opdracht.
10.2 Voor alle indirecte schade, waaronder mede begrepen stagnatie in de geregelde gang van zaken in de onderneming van opdrachtgever, op enigerlei wijze verband houdend met, dan wel veroorzaakt door een fout in de uitvoering van de werkzaamheden door opdrachtnemer, is deze nimmer aansprakelijk.
10.3 Opdrachtnemer heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, de schade van opdrachtgever ongedaan te maken.
10.4 Opdrachtgever vrijwaart opdrachtnemer tegen alle aanspraken van derden welke direct of indirect, middellijk of onmiddellijk, met de uitvoering van de overeenkomst samenhangen,
10.5 De aansprakelijkheid van opdrachtnemer voor schade zal vervallen na ommekomst van twee jaren na het ontstaan van de schade.
Artikel 11:
11.1 Indien opdrachtnemer zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet, niet tijdig of niet behoorlijk kan nakomen tengevolge van een hem niet toerekenbare oorzaak, waaronder begrepen maar daartoe niet beperkt stagnatie in de geregelde gang van zaken binnen zijn onderneming, worden die verplichtingen opgeschort tot op het moment dat opdrachtnemer alsnog in staat is deze op de overeengekomen wijze na te komen.
11.2 In geval van overmacht als vorenbedoeld heeft de opdrachtnemer het recht de overeenkomst met de opdrachtgever geheel of ten dele te annuleren, zulks door een eenvoudige mededeling aan de opdrachtgever zonder rechterlijke tussenkomst en zonder dat opdrachtnemer terzake van de door de opdrachtgeverdoor de annulering eventueel geleden schade tot enige vergoeding is verplicht.
Artikel 12:
12.1 Opdrachtnemer zal computerservice en de daarmee samenhangende werkzaamheden met zorg verrichten overeenkomstig de met opdrachtgever schriftelijk vastgestelde afspraken.
12.2 De door opdrachtnemer te verwerken gegevens dienen door de opdrachtgever te worden geprepareerd en te worden aangeleverd volgens door opdrachtnemer te geven richtlijnen.
12.3 Opdrachtnemer kan de van opdrachtgever ontvangen zaken en gegevens en de resultaten van de verwerking onder zich houden totdat opdrachtgever alle verschuldigde bedragen .betaald heeft.
12.4 Opdrachtnemer kan wijzigingen aanbrengen in de omvang of inhoud van de te verrichten computerservice en de daarmee samenhangende werkzaamheden. Indien dergelijke wijzigingen een verandering van de bij opdrachtgever geldende procedures tot gevolg hebben, zal opdrachtnemer opdrachtgever hierover zo tijdig mogelijk inlichten en komen de kosten van die verandering van die procedures voor rekening van opdrachtgever. In zodanig geval kan op drachtgever de overeenkomst door middel vaneen schriftelijke kennisgeving aan opdrachtnemer beëindigen tegen de datum waarop de wijziging in werking treedt, tenzij wijzigingen in de uitvoering van de werkzaamheden worden aangebracht die noodzakelijk zijn ten gevolge van veranderingen in de wetgeving of anderszins door bevoegde instanties af te geven voorschriften.
12.5 Wijzigingen in de omvang of inhoud van de computerservice leiden niet automatisch tot tariefsverhogingen.
12.6 Opdrachtnemer garandeert voor de duur van de overeenkomst de benodigde programmatuur aan te passen aan wijzigingen in voorschriften van bevoegde instanties, zodanig dat de verwerking van gegevens van opdrachtgever blijvend kunnen worden uitgevoerd met behoud van kwaliteit.
Artikel 13:
Onder overmacht wordt verstaan iedere tekortkoming in de nakoming die niet te wijten is aan opzet, nalatigheid en/of grove schuld, noch voor onze rekening komt. In geval van verhindering tot uitvoeren van de overeenkomst is iedere partij gerechtigd om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, zonder dat wij tot enige schadevergoeding gehouden zullen zijn. In afwijking op hetgeen hiervoor benoemd zijn wij in geval van tijdelijke verhindering tot het uitvoeren van de overeenkomst tengevolge van overmacht bevoegd de prestatie op te schorten, voor de duur van de verhindering. De wederpartij is alsdan bevoegd de overeenkomst te ontbinden, indien van hem in redelijkheid, gezien de omstandigheden van dat geval, niet kan worden gevergd dat hij opheffing van de (oorzaak van de) verhindering afwacht. Zodanige ontbinding geeft de wederpartij geen recht op schadevergoeding.
Artikel 14:
Terzake van alle geschillen, verband houdende met offertes, opdrachten en overeenkomsten welke door deze voorwaarden worden beheerst, is, tenzij het onderwerp van geschil tot de competentie behoort van de kantonrechter, de rechter van de woonplaats van opdrachtgever bevoegd.
Artikel 15:
Op alle offertes, opdrachten en overeenkomsten en daaruit voortvloeiende geschillen is Nederlands recht van toepassing.
PAYROLLING
ARTIKEL 16:
16.1 De raamovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de inlener of doordat de onderneming feitelijk arbeidskrachten ter beschikking stelt aan de inlener.
16.2 De specifieke voorwaarden waaronder de arbeidskracht door de onderneming ter beschikking wordt gesteld aan de inlener zijn opgenomen in de raamovereenkomst.
16.3 Een wijziging of aanvulling van de raamovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de onderneming schriftelijk is bevestigd.
16.4 De inlener kan geen rechten ontlenen aan een aanbod van de onderneming dat is gebaseerd op door de inlener verstrekte onjuiste of onvolledige gegevens.
16.5 Een aanbod van de onderneming geldt niet automatisch voor latere raamovereenkomsten. Deze algemene voorwaarden zijn daarentegen wel tevens van toepassing op dergelijke raamovereenkomsten zonder dat de onderneming steeds gehouden is deze algemene voorwaarden opnieuw aan de inlener ter hand te stellen.
ARTIKEL 17:
17.1 De facturen van de onderneming zijn, tenzij anders afgesproken, gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, het inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
17.2 De inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording, tenzij anders overeengekomen. De inlener is aansprakelijk voor de schade die de onderneming lijdt, indien de inlener niet op deugdelijke wijze uitvoering geeft aan de verplichtingen in onderhavig lid, waaronder doch niet uitsluitend wordt begrepen de bestuurlijke boete op grond van artikel 18b lid 2 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De inlener zal de onderneming in dit kader volledig schadeloos stellen.
17.3 Bij verschil tussen de bij de onderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de inlener behouden gegevens daarvan, geldt de bij de onderneming ingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij de inlener het tegendeel aantoont.
17.4 Als de medewerker de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de onderneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de medewerker, tenzij de inlener aantoont dat de door de inlener gehanteerde tijdverantwoording correct is.
17.5 Als de inlener niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan de onderneming besluiten om de inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De onderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de inlener heeft plaatsgevonden.
17.6 De inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de onderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald. Tenzij anders is overeengekomen.
17.7 De onderneming beschikt over een G-rekening. De inlener kan de onderneming verzoeken om in overleg te treden over de mogelijkheid dat de inlener een percentage van het gefactureerde bedrag op de betreffende rekening stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
ARTIKEL 18:
18.1 Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de onderneming werken voor de inlener bevrijdend.
18.2 Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de inlener aan de medewerker, is niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de onderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
18.3 Als de inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan de onderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.
18.4 Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is de inlener met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente gelijk aan de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over het factuurbedrag aan de onderneming verschuldigd.
18.5 Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de onderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van de onderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
18.6 Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van de inlener daartoe - naar de mening van de onderneming - aanleiding geeft, is de inlener verplicht op eerste schriftelijk verzoek van de onderneming:
- een voorschot te verstrekken; en/of
- afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens de onderneming, door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht.
- De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de omvang van de betreffende verplichtingen van de inlener.
ARTIKEL 19:
19.1 Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de raamovereenkomst te voldoen, is de andere partij - naast hetgeen in de raamovereenkomst is bepaald - gerechtigd de raamovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke verkerende partij schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren, en nakoming is uitgebleven.
19.2 Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de raamovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als:
- de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend;
- de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard;
- de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;
- de andere partij zijn huidige onderneming staakt;
- buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de raamovereenkomst na te kunnen komen
19.3 Als de inlener op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de raamovereenkomst had ontvangen, kan hij de raamovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de onderneming nog niet is uitgevoerd.
19.4 Bedragen die de onderneming vóór de ontbinding aan de inlener heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de raamovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door de inlener aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
ARTIKEL 20:
20.1 Behoudens bepalingen van dwingend recht, alsmede met inachtneming van de algemene normen van redelijkheid en billijkheid, is de onderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de arbeidskracht, de inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de inlener of een derde, verband houdend met een raamovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van:
- de terbeschikkingstelling van de arbeidskracht door de onderneming aan de inlener, ook wanneer mocht blijken dat die arbeidskracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten.
- eenzijdige opzegging van de payrollovereenkomst door de arbeidskracht.
- toedoen of nalaten van de arbeidskracht, de inlener zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de arbeidskracht.
- het zonder schriftelijke toestemming van de onderneming doorlenen door de inlener van de arbeidskracht.
20.2 Eventuele aansprakelijkheid van de onderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot:
- het bedrag dat de verzekering van de onderneming uitkeert, dan wel;
- indien de onderneming niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door de onderneming gefactureerde bedrag. Is het bedrag dat in rekening is gebracht
- afhankelijk van een tijdsfactor, dan is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat door de onderneming in de maand voorafgaand aan de schademelding bij de inlener in rekening is gebracht. Bij gebreke van een voorafgaande maand, is beslissend wat de onderneming in de maand waarin het schadeveroorzakende feit heeft plaatsgevonden aan de inlener volgens de raamovereenkomst in rekening zou brengen dan wel heeft gebracht.
20.3 Voor gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen en voor indirecte schade, is de onderneming nimmer aansprakelijk.
20.4 De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
20.5 In ieder geval dient de inlener de onderneming te vrijwaren tegen eventuele vorderingen van de arbeidskracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door die arbeidskracht of derden.
20.6 De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen, als er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de onderneming en/of diens leidinggevend personeel.
20.7 De onderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de onderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
ARTIKEL 21:
21.1 In geval van overmacht van de onderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de raamovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van de onderneming onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de raamovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
21.2 Zodra zich bij de onderneming een overmacht toestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de inlener.
21.3 Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
21.4 Zolang de overmacht toestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de onderneming zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.
21.5 Als de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmacht toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de raamovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De inlener is ook na zodanige beëindiging van de raamovereenkomst gehouden de door hem aan de onderneming verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmacht toestand, aan de onderneming te betalen.
21.6 De onderneming is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de raamovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.
ARTIKEL 22:
22.1 De onderneming en de inlener zullen geen vertrouwelijke informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hun ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of raamovereenkomst, verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is om de raamovereenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
22.2 Op verzoek van de inlener zal de onderneming de medewerker verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaar wordt, tenzij op de arbeidskracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
22.3 Het staat de inlener vrij om de medewerker rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. De inlener informeert de onderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de onderneming.
22.4 De onderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van de inlener als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de medewerker.
ARTIKEL 23:
23.1 Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, raamovereenkomsten en/of andere overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
23.2 Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen, zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin de onderneming is gevestigd, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft
ARTIKEL 24:
24.1 Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zullen worden genomen.
24.2 De onderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een raamovereenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is het de inlener niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de raamovereenkomst over te dragen aan een derde.
ARTIKEL 25:
25.1 De medewerker werkt feitelijk onder toezicht en leiding van de inlener. De inlener neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De onderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan de inlener dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Hij neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers.
25.2 De ter beschikking gestelde arbeidskracht is met de onderneming een payrollovereenkomst ex artikel 7:692 BW aangegaan. De raamovereenkomst tussen onderneming en inlener is hiervoor bepalend: als de onderneming in het kader van de opdracht geen allocatieve functie heeft (geen werving en selectie doet) en er sprake is van een exclusieve ter beschikking stelling bij de inlener, dan is er sprake van een payrollovereenkomst.
25.3 De inlener zal zonder schriftelijke toestemming van de onderneming, de door hem ingeleende medewerker niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens toezicht en leiding te werken of in het buitenland arbeid laten verrichten. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de onderneming gerechtigd is om de ter beschikking stelling van de medewerker en/of de raamovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende c.q. verband houdende schade aan de inlener in rekening te brengen. De inlener stelt de onderneming alsdan volledig schadeloos.
ARTIKEL 26:
26.1 De specifieke voorwaarden waaronder de arbeidskracht aan de inlener ter beschikking wordt gesteld, worden in de raamovereenkomst opgenomen. De ter beschikking stelling van de medewerker aan de inlener wordt voor bepaalde of voor onbepaalde tijd aangegaan.
26.2 De inlener informeert de onderneming omtrent de beoogde duur, (wekelijkse of minimaal maandelijkse) arbeidsomvang en tijdstippen van elke terbeschikkingstelling, op basis waarvan de onderneming de aard en de duur van de uitzend-, of payrollovereenkomst met de medewerker kan bepalen.
26.3 Als de inlener, nadat de medewerker is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de inlener verplicht tot betaling van het inlenerstarief over ten minste drie uren per oproep indien:
- een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de werktijden niet zijn vastgelegd; of
- er sprake is van een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW.
26.4 Indien een medewerker reeds is opgeroepen doch op grond van een bijzondere omstandigheid aan de zijde van de inlener de arbeid niet kan verrichten of de werktijden worden aangepast, dan zal de inlener de onderneming hiervan in kennis stellen, ten minste vier dagen voorafgaand aan het moment dat de arbeid aanvang zou vinden. Indien de inlener dit nalaat en de medewerker beschikt over een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW, dan is de inlener het inlenerstarief verschuldigd over het aantal uren verband houdende met de oorspronkelijke oproep waaronder de werktijden.
26.5 Indien de medewerker beschikt over een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW, dan is de onderneming verplicht om de arbeidskracht na twaalf maanden een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang inclusief loondoorbetalingsverplichting, waarbij de vaste arbeidsomvang minimaal gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van twaalf maanden. Indien het aanbod door de medewerker wordt geaccepteerd, dan zal het inlenerstarief worden berekend over de vaste arbeidsomvang en niet over het feitelijk aantal gewerkte uren.
26.6 De raamovereenkomst kan niet worden beëindigd zolang er werknemers aan de inlener ter beschikking worden gesteld.
26.7 De terbeschikkingstelling voor bepaalde tijd kan niet tussentijds beëindigd worden. Indien de inlener dit toch wenst kan de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De onderneming is alsdan gerechtigd om het inlenerstarief tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de medewerker, tenzij de onderneming en de inlener hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt.
26.8 Onderneming en inlener maken in de raamovereenkomst afspraken over de opzegtermijn van de terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voor de onderneming geldende loondoorbetalingsverplichtingen jegens de medewerker. Is er geen opzegtermijn overeengekomen dan geldt de opzegtermijn als bedoeld in artikel 4.2 van de algemene voorwaarden.
26.9 Indien de inlener, buiten medeweten van de onderneming, een rol heeft gespeeld in het allocatieproces c.q. de werving en selectie van de medewerker, uit hoofde waarvan de uitzendovereenkomst converteert in een payrollovereenkomst, dan zal het inlenerstarief met terugwerkende kracht opnieuw worden vastgesteld volgens artikel 24. De inlener is alsdan gehouden om het inlenerstarief te blijven betalen gedurende de duur van de payrollovereenkomst, zoals overeengekomen tussen onderneming en medewerker. De inlener kan de medewerker een arbeidsovereenkomst aanbieden, teneinde de doorlopende betalingsverplichting te laten eindigen. De onderneming zal zich bij een gewenst einde van de terbeschikkingstelling inspannen om de payrollovereenkomst te beëindigen, dan wel de medewerker te herplaatsen, waarbij alle bijkomende kosten aan de inlener zullen worden doorberekend.
26.10 De onderneming kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting jegens de inlener minimaal vijf weken voor het einde van de uitzend-, of payrollovereenkomst verzoeken om aan te geven, of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. De inlener is alsdan gehouden om binnen drie dagen aan te geven of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig of niet correct informeren van de onderneming leidt ertoe dat de inlener de kosten verband houdende met de vergoeding aan de medewerker ex artikel 7: 668 lid 3 BW integraal aan de onderneming dient te vergoeden.
26.11 Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de medewerker, dan wel een conflictsituatie, dan dient de inlener de onderneming daar tijdig van op de hoogte te stellen. De onderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan worden opgelost.
26.12 Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert de inlener de onderneming hieromtrent bij het aangaan van de raamovereenkomst, zodat de onderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als de inlener dit nalaat is hij gedurende de bedrijfssluiting of verplichte vrije dag, aan de onderneming verschuldigd het aantal uren zoals overeengekomen in de raamovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatst geldende inlenerstarief.
ARTIKEL 27:
27.1 De inlener informeert de onderneming tijdig, juist en volledig inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in 32 van de algemene voorwaarden ex artikel 12a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, zodat de onderneming het loon van de medewerker kan vaststellen.
27.2 De onderneming is gerechtigd om het inlenerstarief met terugwerkende kracht te corrigeren en aan de inlener in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de componenten als bedoeld in artikel 29 of 32 onvolledig of onjuist zijn vastgesteld.
27.3 Als de inlener voornemens is de medewerker een auto ter beschikking te stellen, deelt de inlener dit onverwijld mede aan de onderneming. Uitsluitend in overleg met de onderneming komt de inlener met de medewerker overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de onderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de inlener dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te vergoeden die de onderneming lijdt.
ARTIKEL 28:
28.1 Naast de onderneming is de inlener hoofdelijk aansprakelijk jegens de medewerker voor de voldoening van het aan de medewerker verschuldigde loon, tenzij de inlener zich inzake de eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.
28.2 De inlener dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de onderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 21 of 24 van de algemene voorwaarden.
28.3 De onderneming is jegens de inlener gehouden om de medewerker te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving.
ARTIKEL 29
29.1 Als de inlener met een hem door de onderneming ter beschikking gestelde of te stellen medewerker rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de onderneming daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de inlener te bespreken. Als uitgangspunt geldt dat de inlener aan de onderneming een redelijke vergoeding is verschuldigd, voor de door de onderneming verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving en/of opleiding van de arbeidskracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9a lid 2 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
29.2 Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer verstaan:
- de overeenkomst van opdracht;
- aanneming van werk;
het ter beschikking laten stellen van de arbeidskracht aan de inlener door een derde (bijvoorbeeld een andere onderneming) voor hetzelfde of ander werk.
29.3 De inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de medewerker aan, als de arbeidskracht de overeenkomst met de onderneming niet rechtsgeldig heeft beëindigd.
29.4 Het is de inlener verboden om medewerker ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de bedoeling de medewerker middels deze andere onderneming in te lenen.
ARTIKEL 30:
30.1 De inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens artikel 7: 658 BW en de geldende Arbo-wetgeving de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de arbeidskracht. De inlener verstrekt de medewerker concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de medewerker in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de inlener de medewerker persoonlijke beschermingsmiddelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door de onderneming worden verzorgd, is de onderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de inlener in rekening te brengen.
30.2 Voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de inlener aan de medewerker en onderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de arbeidskracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De medewerker dient voldoende gelegenheid te krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaamheden aanvang kunnen vinden.
30.3 De inlener is tegenover de arbeidskracht en onderneming aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de medewerker in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de arbeidskracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
30.4 Als de medewerker in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat daarvan de dood het gevolg is, is de inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de onderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de arbeidskracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7. Tevens dient de inlener de kosten verband houdende met de te betalen uitkering ex artikel 7:674 BW aan de onderneming te vergoeden.
30.5 De inlener vrijwaart de onderneming volledig tegen aanspraken, jegens de onderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de inlener van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan de onderneming vergoeden. De inlener verleent de onderneming de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.
30.6 De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.
ARTIKEL 31:
31.1 De inlener stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een medewerker diens identiteit vast aan de hand van het originele identiteitsdocument. De inlener richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de medewerker kan worden aangetoond.
31.2 De onderneming en de inlener behandelen alle persoonsgegevens van werknemers die hen in het kader van de terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige relevante privacywetgeving.
31.3 Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG en aanverwante privacywetgeving inzake onder ander datalekken, rechten van betrokkenen en bewaartermijnen. Wanneer er sprake is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken onderneming en inlener nadere afspraken over onder andere de uitoefening van de rechten van betrokkenen en de informatieplicht. Deze afspraken worden vastgelegd in een onderlinge regeling.
31.4 De inlener is ervoor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de onderneming verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de inlener op grond van de AVG gerechtigd is deze te verstrekken of op te vragen.
31.5 De inlener vrijwaart de onderneming tegen alle aanspraken van kandidaten, werknemers, werknemers van de inlener of overige derden jegens de onderneming, in verband met een overtreding door de inlener van de AVG en overige privacywetgeving en vergoedt de daarmee samenhangende kosten die door de onderneming zijn gemaakt.
ARTIKEL 32:
Indien er sprake is van opvolgend werkgeverschap informeert de inlener de onderneming juist en volledig over het arbeidsverleden van de medewerker bij de inlener. Indien de inlener dit nalaat worden de daaruit voortvloeiende onvoorziene kosten en eventuele schade aan de inlener doorberekend.
ARTIKEL 33:
33.1 De inlener is voor de ter beschikking stelling van de medewerker het inlenerstarief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de arbeidskracht verschuldigde loon.
33.2 Volgens artikel 8a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs heeft de medewerker recht op tenminste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers in dienst van de inlener, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies. In afwijking hiervan kan een adequate pensioenregeling van toepassing zijn.
33.3 Voor payrollcontracten geldt conform artikel 7:668a BW de ketenregeling, op gelijke wijze van toepassing als op werknemers in dienst van de inlener. Vóór aanvang van de ter beschikking stelling informeert de inlener de onderneming schriftelijk over de cao of beloningsregeling die in zijn bedrijf geldt, de rechtspositieregeling die daarin is opgenomen, de pensioenregeling en voorts over alle (tussentijdse wijzigingen van de) arbeidsvoorwaarden van deze cao of beloningsregel die relevant zijn voor de terbeschikkingstelling zoals: het loon, het overwerk, de loondoorbetaling bij ziekte en verlofregelingen.
33.4 Tariefwijzigingen ten gevolge van gewijzigde arbeidsvoorwaarden, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een raamovereenkomst.
33.5.Alle componenten van de inlenersbeloning die zijn benoemd in de plaatsingsbevestiging en voorzien van een tariefafspraak zijn onderdeel van de afspraak. Overige inlenersbeloning componenten die niet benoemd zijn en die achteraf van rechtswege van toepassing zijn, zullen één op één aan de inlener worden doorbelast. Een aantal voorbeelden zijn benoemd in artikelen a t/m f (hieronder);
- Bruto en netto vergoedingen zoals, onder andere, reis(uren), verblijfsvergoedingen, transitievergoeding, persoonlijke bescherming en werkkledingvergoedingen, gratificaties, overige soorten bruto en netto vergoedingen die nodig zijn voor de uitvoering van de functie.
- Kosten rondom ziekte- en verzuimpreventie zoals, onder andere, kosten vanwege ziekte in het buitenland, reiskosten naar de arbodienst, medische keuringen en analyses, een persoonlijk budget voor externe re-integratieverplichtingen, doorbetaling vakantiedagen bij ziekte en overige soorten van vergoedingen en bijdragen in de kosten rondom ziekte en verzuimpreventie.
- Toeslagen voor, onder andere, consignatiedienst, verschuivingstoeslag (verschoven uren), speciale vakkennis, voedingstoeslag en uitrustingstoeslag, bereikbaarheidsdiensten en overige cao gebonden toeslagen.
-Kosten rondom doorbetaling van het loon van de werknemer bij, onder andere, onwerkbaar weer, betaald ouderschapsverlof, verhuiskosten voor het werk, vrije dagen voor rouw- en palliatiefverlof, generatiepact, dagen/uren voor werkzaamheden of vergaderingen van de aangesloten vakbond en overige cao verplichtingen voor doorbetaling van het loon.
- Recht op extra vrije dagen zoals, onder andere, leeftijdsgebonden extra ATV of vakantiedagen, extra vakantiedagen op basis van dienstjaren en overige kosten rondom extra vrije dagen.
- Kosten rondom scholing zoals, onder andere, cao verplichte scholingskosten, EHBO en BHV opleidingen, een persoonlijk ontwikkelbudget en kosten rondom studie, vrije dagen bij voorbereiding op examens en examendagen en overige kosten rondom scholing.
33.6 De inlener heeft het recht om, als een arbeidskracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde functievereisten en de inlener geen rol heeft gespeeld in het allocatieproces (de werving en selectie) van de arbeidskracht, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaamheden aan de onderneming kenbaar te maken. In dat geval is de inlener gehouden de onderneming minimaal te betalen het aan de medewerker verschuldigde loon, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de van toepassing zijnde cao/ beloningsregel voortvloeiende verplichtingen.
33.7 Indien er sprake is van een terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd en partijen geen afspraak hebben gemaakt over de opzegtermijn, dan duurt de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen van de inlener voort tot de beëindiging van de payrollovereenkomst tussen payrollonderneming en werknemer. De payrollonderneming is alsdan gerechtigd om het inlenerstarief aan de inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de medewerker.